inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 3.149):

DUIVEN

Klap-klap-klap,
m’n dertien duiven
slaan hun vlerken, de ene op de aâr;
klap-klap-klap,
en henenschuiven
doen ze, van mijn dak mij daar.

Klap-klap-klap,
ze spelevaren,
rinkelrooiende, altemaal;
klap-klap-klap,
van harentaren
ommenton, in éne haal.

Klap-klap-klap,
zij zijn daar weder;
hoort ge vlug hun vlerken slaan?
klap-klap-klap,
ze vallen neder,
betende op mijn dak, voortaan.

Klap-klap-klap,
de veren stuiven,
want hun baaike, groef en fijn,
klap-klap-klap,
m’n dertien duiven
boetende, in de zonne, zijn.

10-02-1898

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: Redactie, 17 april 2017


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 1.350

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)