inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1861 - 1937

poëzie (nr. 3.234):

WANHOOP.

Ik ben zo droef omdat ik niet kan horen
Uw zachte stemme met haar zoete taal;
Terwijl 'k langs de besneeuwde straten dwaal,
Klinkt mij 't gelach der menschen vreemd in de oren.

En door de luiken van de hoge toren
Stroomt het geluid mij binnen van 't metaal;
Geroerd sta 'k stil; wijl 'k angstig ademhaal
Is 't mij alsof een stem me roept: "Verloren!"

O zwijg, gij klank van onheil en van leed,
Roep niet zo luid in mij, wees stil, ik weet
Dat gij slechts zijt mijn eigene gedachte.

Geen stem is 't die van buiten tot mij kwam,
Maar het geluid dat 'k in mij zelf vernam,
En dat naar uiting in de kerkklok smachtte.

Eerste Gedichten

Schrijver: Edward Koster
Inzender: Redactie, 19 september 2017


Geplaatst in de categorie: verdriet

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 407

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)