inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1884 - 1958

poëzie (nr. 3.242):

Encore

In het midden van mei, als de nachtegaals zingen
En de avondglans huwt aan de morgense schijn
Als de schuchtere geur van de late seringen
Zich mengt met de geur van de vroege jasmijn,

Toen hoorde ik uw lippen de woorden ontglippen:
(Ik was maar een knaap en gij waart nog een kind)
Hoe wrang is de smaak van verwinnende lippen
Zo innig het verlangen der ziel niet bemint!

En ik zag het gebed van uw hulpeloze ogen,
En ik voelde, beangstigd, de angstige klem
Van uw hande' om mijn hand, en mijn lippen bewogen,
Maar mijn machtloze wanhoop verstikte mijn stem.

Dan, uw schaamte bedwong het onstuimige hijgen
Van uw hart en de nachtwind verwaaide uw klacht,
En niets meer verstoorde 't oneindige zwijgen
Dan een zwaan die zich roerde in de roerloze gracht...

Maar nòg, op mijn hand die uw handen omvingen,
Herproeven mijn bevende lippen uw pijn,
Als de schuchtere geur van de late seringen
Zich mengt met de geur van de vroege jasmijn.

Schrijver: Geerten Gossaert
Inzender: Redactie, 3 oktober 2017


Geplaatst in de categorie: spijt

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 802

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)