inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1881-1924

poëzie (nr. 3.237):

De stille nacht

De nacht is stil. Zo wijd als mijn oog ziet
Hangt aan de lucht nu geen bloeiende schijn
Van een Stad. Oovral rust. De sterren zijn
Rondom de maan roerloos. Zij tinklen niet.

Dit is de vrede, die ik zocht. Nooit vond
Ik vrede in u. En nu haat ik u, Stad,
Teedre stad, wrede stad. Ik haat de schat
Van al uw lust, die harten drijft en wondt.

Oceaan, Oceaan, vóór ons duinhuis
Vallen uw golven uit met licht gedruis.
Zonder schuim, zonder wind, want het is zomer.

Ik, die de Stad ziek ontweek, hoor uw Zang
Eindloze Zee, de stille vóórnacht lang
En ‘k ben gelukkig. Mijn lied herleeft schoner.

Schrijver: Jacob Israël de Haan
Inzender: Redactie, 23 oktober 2017


Geplaatst in de categorie: natuur

4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 408

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)