De stille nacht
De nacht is stil. Zo wijd als mijn oog ziet
Hangt aan de lucht nu geen bloeiende schijn
Van een Stad. Oovral rust. De sterren zijn
Rondom de maan roerloos. Zij tinklen niet.
Dit is de vrede, die ik zocht. Nooit vond
Ik vrede in u. En nu haat ik u, Stad,
Teedre stad, wrede stad. Ik haat de schat
Van al uw lust, die harten drijft en wondt.
Oceaan, Oceaan, vóór ons duinhuis
Vallen uw golven uit met licht gedruis.
Zonder schuim, zonder wind, want het is zomer.
Ik, die de Stad ziek ontweek, hoor uw Zang
Eindloze Zee, de stille vóórnacht lang
En ‘k ben gelukkig. Mijn lied herleeft schoner.
Inzender: Redactie, 23 oktober 2017
Geplaatst in de categorie: natuur