Zij zouden knarsetanden
Zij zouden knarsetanden, als ze nog
Konden knarstanden, mensjes, die als bevers
Zitte' in hun kleine holletjes, die toch
Niets zijn als een klein maakseltje van levers,
Niet van waarachtig levenden, die och,
Ook wel zijn moeten zwakke ellendge bevers,
Maar voor 't g'heimzinnig leven, Godzelf. Doch
Gij zijt als zwakke en arbeidzame wevers,
Neen, wevertjes, die in uw moeizaam trachten
Naar grootheids roem van uw verdoemlijke ikjes
Verspilt, wat gij nog hebben mocht aan krachten
Van waarlijk mens-zijn, doch die slechts met prikjes
En likjes haspelen in haatlijk Beurs-doen,
Dat, wat echt' mensen met veel min gezeurs doen.
Verzen (1894)
Schrijver: Willem KloosInzender: Redactie, 25 oktober 2017
Geplaatst in de categorie: maatschappij