NACHT
O nevelnacht, waarin geen sterren stralen!
O diepe, doffe stilte dezer stonde!
Geen klokkentoon, die plechtig 't uur verkonde,
Niets hoor ik, dan mijn eigen ademhalen.
't Waar zoet voor mij, de in 's levensstrijd gewonde,
In 't rustig rijk der dromen rond te dwalen.
Dan, ach! ik voel de fantasie mij falen,
Die vaak mij leidde, opdat ik vreugde vonde.
Doodsbleek en roerloos lig ik op mijn leger.
Zijn 't klamme vingers, die mijn keel omknellen?
Zwaar hijgt mijn borst; angst verft mijn wangen veger.
God!… help mij, God, de Boze neer te vellen!
- Geen antwoord… Niets dan 't kloppen van mijn slapen!
God! mensen lijden en uwe englen slapen!
Sonnetten
Schrijver: Helene SwarthInzender: Redactie, 8 november 2017
Geplaatst in de categorie: verdriet