inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1857 - 1931

poëzie (nr. 3.298):

IJZERLEGENDE

Wie zit daar langs de bevrozen straat
in witte mantel en blauw gewaad?
Wat bergen haar mantelvouwen?
Wat houdt ze tegen haar borst gelast?
Wat prangt zij zo warm met haar armen vast?
't Is Onze Lieve Vrouwe...

'Onze lieve Vrouwe van Vlaanderland,
wat zoekt gij op dit verwoeste strand,
van bommen doorwoeld en granaten?
Geen hutje ziet men wijd noch zijd...
Geen boom, geen struik, geen paal, geen mijt,
slechts nu en dan ons, soldaten...

En in 't putje des winters dan nog! Hoe snijdt
als messen de vlijmende wind en splijt
alomme de aardkorst open !
Wat deed u verlaten uw outertroon?
Wat bracht gij naar hier Heer Jezus, uw Zoon,
in wie wij geloven en hopen?

En langzaam hief Naar fijnwitte hand
Onze-Lieve-Vrouwe van Vlaanderland,
en 't was of engelen zongen:
'Wat op mijn borst ik heb gelast,
wie ik in mijn armen zo warm houd vast,
is niet mijn eigen Jongen...

Mijn eigen Jongen, dat goddelijk Bloed,
slaapt in zijn kribbe, onder Jozefs hoed',
waar ik Hem heb gelaten...
Dit oord des doods heb ik opgezocht,
om, waar koude of kogel u vellen mocht,
u te dekken, gij dappre soldaten ...!

Onze-Lieve-Vrouwe van Vlaanderland
trok even met haar fijnwitte hand
Naar mantel open, de warme...
Twee IJzerpiotjes sluimerden daar,
hoofd tegen hoofd, heel dicht bij elkaar,
met bet geweer in de armen.

1917

Schrijver: Pol de Mont
Inzender: Redactie, 10 december 2017


Geplaatst in de categorie: oorlog

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 383

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Greta Casier
Datum:
10 december 2017
Een bijzonder gevoelig gedicht, als we bedenken hoeveel soldaten daar aan de IJzer gestorven zijn!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)