Als, bij moe-tanend avond-lichten...
Als, bij moe-tanend avond-lichten,
angst daalt in onze aanwezigheid,
zijt gij 't, die voor onze aangezichten
de vreê der avond-lampe breidt.
Wij zitten en ons leden wegen,
zwaar van stil-naedre dage-dood;
gíj hebt zacht woorden die verplegen,
en breekt het vredige avond-brood.
En wij, die uwe gaven eten,
wij rusten in uw blijde haard,
en zien, ons leed bijna vergeten,
uw hand die stil de kruimels gaart;
en slapen in uw tere zorgen,
en raden niet, hoe troost-gewijd,
gij, voor u zelf misschien verborgen,
van lijde' een béetre liefde zijt.
Vader-huis (1903)
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 19 december 2017
Geplaatst in de categorie: ouders