inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1878- 1929

poëzie (nr. 5.243):

ZEGEN DEZE' AVOND, GOD

Zegen deze' avond, God: ons handen rusten ;
en, kenden onze leden 't kleed der vreemdste lusten
en ons verlangen 't pad van de' ongewoonste waan :
thàns zijn onze ogen moede als van wie sterven geen...
- Stil-wegend staat Uw leve' op de onbewogen blaên ;
om iedre boom-gaard gaat de vrede van Uwe ogen;
en wij, die elke vrucht in onze handen wogen
en làchten, zijn als vreemdelingen, die gebogen
onder Uw vrede en 't leven Uwer ogen staan...

Zegen deze' avond, God... in iedre voren
laat het gebaar van Uw meedogen rùstig zaad;
uit Uwe liefde is kalm een rozen-meer geboren;
Uwe genade laat de zon meewarig gloren;
en in mijn ogen brandt de vreê van Uw gelaat...
- En wij zijn treúrig, God, al liet ge dalen
om de oude plooien van ons wegend drift-gewaad,
zoeter dan ooit een liefde om ons haar teerheid laat,
de tere goedheid van Uw warende avond-stralen...

Zegen deze' avond; zégen, God. Wij zullen zwijgen.
- Gelaten en verzoend in de avond-zoete dood,
zal onze torve zin naar Uwe boezem zijgen
gelijk een slaap-zwaar kind ten zaal'ge moeder-schoot.
Zégen... Uw rust zweeft, zeegnend, om gebogen twijgen,
die wiegen, naar de slaap der vooglen aedmend gaat.
Zégen... De zuivre nacht zal om ons leven stijgen,
en ú-waarts de eenzaamheid van onze dagen neigen,
als naar een dag van weelde een rust'ge dageraad.

------------------------------------------------
uit: Het Vaderhuis (1903)

Schrijver: Karel van de Woestijne
Inzender: Redactie, 20 februari 2024


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 22 stemmen aantal keer bekeken 2.939

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)