inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1869 - 1952

poëzie (nr. 3.326):

Der vrouwen moed.

Buite' in de heldre wereld vol bewegen
weefden de mannen hun glanzende taak,
zij vulden saam de uren tot de zege,
de ogen ware' op hen als op een baak.

Zij stonden in 't sterk licht, om hen het rennen
van vijande' en der vrienden krijgsgezang;
Hoop wiekte rond op glanzend-groene pennen,
zij voelden haar suizen tegen hun wang.

In 't blij eind stonden ze, aaneengeklonken
zoeter bewust van eenheids toverkracht:
menig oog ziet naar de dagen die zonken
als naar een berggezicht vol hoge pracht.

Maar de vrouwen hoe vulden zij de dagen?
Wat is achter muren, wat is geschied
in de holle nachten, dat zij waak lagen
turend naar wat men in waaknachten ziet?

De kindren werden bleek en naakt de woning,
Vrouw Zorg zat aan, stond niet op van den haard,
de mannen vonde' in strijden strijds beloning:
licht lot, van wie leven aaneengeschaard.

Maar de vrouwen achter muren verscholen
hoe heeft hun hart, hoe heeft hun hart geleefd?
Onrust brandde in hun vlees diepe holen,
zij hebben verdragen en niet gebeefd.

Zij verteerden de tijd als een schip golven,
hoe joeg hun hart vooruit naar 't end dat week,
soms voelden ze in onzekerheid bedolven;
soms kille wanhoop die langs hun hart streek.

Soms werd een hoop klein als een zeil geboren,
ver aan de kimmen, zwol en leek nabij
en dreef weg en liet hen wereldverloren
als te voren, worstlen tegen 't getij.

Dan voelden zij of de watren zich sloten
boven hun moegetobde hoofd dat zonk,
en zij zwolgen de zekerheid der grote
duistre ellende in een bittre dronk.

Nu staan zij, in 't blijeinde van de zege
als schuwe dieren na een lange jacht,
hun mond die lijdend zoveel leed verzwegen
verraadt het nu hij lijdend lacht.

Hun arme ogen zien zwart uitgebrande
als vensters waar het vuur aan heelt geknaagd:
neem met zachte eerbied hun hete handen
en zeg hun, dat een morgen daagt,

zeg hun dat de kindren die zij gaan baren
de vrede brengen, dat hij zeker daalt
omdat de moeders dapper waren
omdat hun hart niet heeft gefaald.

Opwaartsche wegen (1907)

Schrijver: Henriëtte Roland Holst-van der Schalk
Inzender: Redactie, 9 januari 2018


Geplaatst in de categorie: vrouwen

4.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 1.038

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)