inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1941

poëzie (nr. 3.336):

VADERS VIOOLSPEL

Hij speelde viool, in de schemering ~
En de weemoed doorbeefde mijn kinderziel.
En ik voelde mij veilig als hij mij omving
En 'k begrijp niet waarom hij zo vroeg mij ontviel.

O ik danste aan zijn arm als hij bracht mij naar school!
Zelfs in regen en storm leek de weg mij niet lang —
Waarom moet ik nu dromen van die viool
En verlangen zo droef naar zijn kus op mijn wang?

Ik was nog zó jong, een zó argeloos kind!
'k Had zózeer nog van node zijn liefde en zijn steun.
'k Riep, toen 'k hém niet meer had: — ‘Is er géen, die mij mint?’
En ik tastte, in het donker, naar d'arm, waar 'k op leun.

Wel waren wij stil, voor elkaar wat schuw.
Maar hij had mij gered, eer mijn vrede verging,
Uit de greep van het leven, zó hard, zó ruw
Met zijn zoete viool, in de schemering.

Morgenrood (1929)

Schrijver: Helene Swarth
Inzender: Redactie, 9 februari 2018


Geplaatst in de categorie: ouders

3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 347

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)