inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1938

poëzie (nr. 3.358):

Geloven doe ik niets als slechts in mijns

Geloven doe ik niets als slechts in mijns
Diepst-innerlijke voelens Algemeenheid,
Die niet voor niets zo jammerlijk weg heen zijt
In eignen Zijn's, door niets aantastbare Eenheid,

Maar boven alles in God-zelf, die Zijns
Al-oppermachtiglijkste Wils geween leit
In dit arm kind, dat niets dan iets heel reins
Bedoelt tegenover al die Gemeenheid

Van der mensheid aller-afschuwlijkst kleinst
Gedoe om wat, wie weet dat, weet dat? dan wie 't fijnst,
Willen en doen kent, dat daar als een steen leit

Op 's Levens weg, Uw Zelf, tot ge eens gedeinsd
Wel hebben moetend, op een drafje heenrijdt,
Waar ieder eenmaal als een koud gebeent leit.

Verzen (1894)

Schrijver: Willem Kloos
Inzender: Redactie, 18 februari 2018


Geplaatst in de categorie: individu

4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 891

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)