inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 4.599):

Pasen, Pasen

Pasen, Pasen,
luide klinke
nu de slag van
lerke en vinke,
nu de stem van
mense en dier!
Pasen, Pasen,
wijd het vier,
wijd het licht en
pin de lampen,
laat de verse
wierook dampen:
Hallelujah,
't jok is af
van de dood en
van het graf!

Pasen, Pasen,
opgestanden,
is de God, die
boze handen
hadden aan het
kruis gedaan:
Pasen, Pasen,
vrij voortaan,
heeft Hij hout en
steen en ijzer
overwonnen,
die, Verrijzer,
Hallelujah,
één uit al,
leeft en immer
leven zal!

Pasen, Pasen,
dwaze mannen
dachten Hem in 't
graf te spannen,
met Pilatus'
zegelmerk:
Paaschen, Paaschen,
ijdel werk,
ijdel waken:
God almachtig
is verrezen,
eigenkrachtig,
Hallelujah,
dóór de steen,
eer de zonne in
't Oosten scheen.

Pasen, Pasen,
luide klinke
nu de taal van
lerke en vinke,
nu de taal van
mense en dier!
Pasen, Pasen,
wijd het vier,
wijd het licht en
spijs de lampen,
laat de blauwe
wierook dampen:
Hallelujah,
God is groot:
Overwinnaar
van de dood!


1890

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: Redactie, 17 april 2022


Geplaatst in de categorie: feest

3.0 met 17 stemmen aantal keer bekeken 1.505

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)