Ween aan mijn borst
Ween aan mijn borst den schat der tranen
die rijk me maken van uw leed,
ik die van wankelende wanen
als gij het talmend smeken weet;
ik die, mijn kind, op andre schouder
om eendre vreze heb geschreid,
maar van elke onmacht oud en ouder,
weer om een nieuwe hope lijd;
ik die het goud van alle transen
voor de as van oude zonnen ken,
maar van elk glorend morgen-glanzen
de huiverende minnaar ben...
Ween uwe tranen, lange en lijze,
die van uw lijden rijk me maakt:
straks ziet ge in 't oog des levens-wijzen
hoe stééds de wanen-lampe waakt...
Het huis in de stad (1908-1909)
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 16 april 2018
Geplaatst in de categorie: verdriet