inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1941

poëzie (nr. 3.429):

WACHTEN

Héél die morgen stond ik blij te dromen,
Bij de gele roozlaar, op 't balkon.
Koele woudgeur woei van verre bomen,
't Gouden zandveld stuivelde in de zon.

'k Dronk mij zalig aan de zoele aromen.
't Blauw omvloeide me als een weeldebron.
Heden, stralend, zou de liefste komen!
't Ware leven sprookjesmooi begon.

Turend meisje met je azuren ogen,
't Blonde haar doorwoeld van zomerwind,
'k Zoek je alom — Waar ben je heengetogen?

'k Dool, vervreemd, door 't stratenlabyrint.
Wáár bleef 't huis — heeft de aarde 't ingezogen? —
't Huis van jeugd, waar 'k was dat dromenkind?

Morgenrood (1929)

Schrijver: Helene Swarth
Inzender: Redactie, 11 mei 2018


Geplaatst in de categorie: spijt

4.7 met 3 stemmen aantal keer bekeken 298

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)