inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1809-1876

poëzie (nr. 89):

Ferme jongens, stoere knapen

Ferme jongens, stoere knapen
Foei! hoe suffend staat gij daar!
Zijt ge dan niet welgeschapen,
Zijt ge niet van zessen klaar?
Schaam je jongens, en ga mee
Naar de zee, naar de zee!

Dat's een leven van plezieren
Dat's een leven van stavast,
Zo de wereld rond te zwieren
In het topje van de mast:
Thuis te zijn op ied're ree
Kom, ga mee naar de zee!

Ben je een hachje... vaar ten Oorlog
('t Is , eilaas! méést voor de grap...);
'k Weet een allerbest kantoor nog
als je wilt ter Koopmanschap;
Maar, óf ge Oorlog zoekt óf Vree,
alle twee vindt ge op zee.

Laat ze pruilen, laat ze druilen
Laat ze schuilen aan het strand:
Loop Jan Salie op zijn muilen
Jan Courage kiest het want:-
Holla bootsman! alles ree?
Wij gaan mee naar de zee!
Holla, bootsman! alles ree?
Wij gaan mee naar de zee!

Al de volksdichten(1865)

Schrijver: J.P. Heije
Inzender: CJA, 19 mei 2002


Geplaatst in de categorie: maatschappij

3.0 met 47 stemmen aantal keer bekeken 9.365

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Jan Mester
Datum:
6 maart 2021
Wij moeten onze geschiedenis niet ontkrachten: Het was een andere tijd en het vergelijken met huidige maatstaven is verkeerd, Jan in Australia
Naam:
Frans Hertoghs
Datum:
4 april 2004
Email:
hertoghsxtrqa.co.nz
Column, uitgezonden op Echo Radio april 2004.


Ferme jongens

Mijn zoontje van zeven kwam thuis met zijn poem book. Dat is een groot schrift, waarin de onderwijzeres de teksten plakt van gedichtjes en liedjes die ze op school behandeld en gezongen hebben. Daar mogen de kinderen dan tekeningen bij maken en het geheel vervult de leerlingen met trots en vreugde. Natuurlijk moest ik alles zien, lezen en horen. Het getjumtiddididdle was dagenlang niet van de lucht. Ik vind het poem book een goed idee, vooral omdat de kinderen die teksten thuis nog lezen en zingen. Ik kan me geen beter en effectiever huiswerk voorstellen.
Tussen al die kinderrijmpjes vond ik ook het Kiwi Kids Theme. Benieuwd las ik het volgende
lied: Now the show begins / As the spotlight beams upon us. / You can see us, centre stage. Kennelijk een liedje dat ze op het toneel hadden mogen zingen. We’re your kids, zo ging het verder, your hopes. / We’re the heroes of the future. / We’re the new unwritten page.
Wat een rare tekst, dacht ik. Welk kind vindt nou dat hij de hoop van zijn ouders is? Dat hij later een held zal worden? The time has come around at last / For us to show the world that ...
En dan kwam het refrein: Kiwi kids are rockin’ it, rockin’ it, / Kiwi kids are top. / Kiwi kids are livin it, living it. / Look what we’ve got. Wat staat daar nou? Nieuw-Zeelandse kinderen zijn de beste? De hele wereld moet kijken wat ze allemaal kunnen? Jazeker, want: Kids can do anything, anything. / Give it a try. / Kiwi kids are rockin’ it, rockin’ it. / Just watch us fly. Kiwi kinderen kunnen alles. Ze pakken alles aan. Kijk ze eens hoog vliegen!
Ik begon het toch wel een heel dubieus liedje te vinden. Het tweede couplet gaat dan: Now the game begins. / You can see us from the sidelines. / We are in the winning team. Wat voor een spel is dat waarbij de ouders aan de kant staan? En zitten alle kinderen dan in het winnende team? Gaat het om het winnen en niet om het spel? We’re the best there is, zingen ze dan, We can take it to the limit. / We can live our wildest dreams. Zingen ze nu werkelijk dat ze beste van de hele wereld zijn? Dat ze hun wildste dromen gaan waarmaken?
Ik moet eerlijk zeggen, dat ik iedereen wantrouw, die voortdurend roept hoe goed hij is. En ineens kwamen ze weer voorbij, de kiwi loodgieter, die vol zelfvertrouwen en onder het aanhoudend geroep van ‘no problem mate’, mij opzadelde met een lekkende en gammele waterleiding, de ervaren tuinman die mijn fruitbomen snoeide met de motorzeis, de garagehouder die een schroef niet goed had aangedraaid waardoor mijn hele motor in de soep draaide. Tot nu toe had ik altijd gedacht dat zulke rampen de fout was van een enkeling, van een toevallige kluns, van een beun. Maar nu zag ik de houding van een hele maatschappij terug in dit kinderliedje. The time has come around at last / For us to show the world that ... Eindelijk kunnen we de hele wereld laten zien hoe goed we zijn!
Ik zag ineens hoe in hier totaal andere waarden gepropageerd worden dan in Nederland. En het gaat mij dan niet eens om de bescheidenheid, waarvan onze pastoor wel eens zei: ‘De bescheidenheid is de allermooiste deugd en ik ben blij dat ik hem heb.’ Het gaat ook om presteren, om winnen, om de beter te zijn dan alle anderen. Wat wordt er gezegd over de inspanning die het kost om dat te bereiken? Waar wordt waargemaakt dat deze kinderen inderdaad beter zijn dan welke andere?
Ik vind het lied een uiting van gevaarlijke gekte, van ongefundeerde opschepperij en haast racistische verdwazing. Ik vind het ook niet ongevaarlijk. Als je een zevenjarige laat roepen dat hij de beste van de wereld is, zonder dat hij daar ook maar iets anders voor hoefde te doen dan een kiwi kid te zijn, dan is er werkelijk iets mis met de nationale cultuur.

Kon zoiets in Nederland vroeger ook? Ik moest weer denken aan het domme en slijmerige Wien Neerlands bloed door d’aadren vloeit. Maar daar is geen sprake van zelfverheffing. Hoogstens van verafgoding van vorst en vaderland.
En gravend naar een Nederlands lied dat vergelijkbaar zou zijn met de Kiwi Kids, kwam ik op het Ferme Jongens, een lied dat ook ik vroeger uit volle borst heb meegezongen. Het ging zo: Ferme jongens, stoere knapen / Foei! hoe suffend staat gij daar! / Zijt ge dan niet welgeschapen, / Zijt ge niet van zessen klaar? / Schaam je jongens, en ga mee / Naar de zee, naar de zee!
Eerlijk gezegd is ook dat lied geen hoogvlieger. Zonder onderscheid des persoons worden alle jongens uitgemaakt voor suf. Ze moeten zich schamen want ze hadden allang op zee moeten zitten. En waarom? Dat's een leven van plezieren / Dat's een leven van stavast, / Zo de wereld rond te zwieren / In het topje van de mast: / Thuis te zijn op ied're ree / Kom, ga mee naar de zee! Kortom het is verschrikkelijk leuk op zee. Niks te suffen.
Het wordt nog erger: Ben je een hachje... vaar ten Oorlog / ('t Is, eilaas! méést voor de grap...); / 'k Weet een allerbest kantoor nog / als je wilt ter Koopmanschap; / Maar, óf ge Oorlog zoekt óf Vree, / alle twee vindt ge op zee. Een goeie oorlog is ook nooit weg natuurlijk. Maar je hebt het kennelijk gewoon voor het kiezen op zee.
En het laatste couplet gaat: Laat ze pruilen, laat ze druilen / Laat ze schuilen aan het strand: / Loop’ Jan Salie op zijn muilen / Jan Courage kiest het want: / Holla bootsman! alles ree? / Wij gaan mee naar de zee!
Goed, zegt u, dit soort negentiende-eeuwse bombast kunnen we toch wel vergeten. Daar zijn we toch al lang overheen gegroeid. Gelijk hebt u.
Maar ik schrik dan als ik lees dat de Kiwi Kids geschreven zijn niet in 1830 maar in 2003. Ik hoop echt dat mijn zoon nooit zo’n soort ferme jongen zal worden.




Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)