inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1860-1932

poëzie (nr. 119):

Voor H.

Midden in mei, toen 't zomer worden zou,
had ik een droom vol oud en schoon verdriet,
die 'k eens zeer liefhad, kwam in 't donkerblauw
gewaad en lachte: 'Waarom lach je niet?'

Meer niet, - zo is 't in dromen. - 'k Voelde flauw
dat 't lang was, sinds 'k door haar het lachen liet.
Maar sterk mijn droefheid, sterk mijn eigen trouw,
en diep de pijn, dat zij mij lachen ried.

Toen bleef door 't droomspel van de ganse nacht
die oude smart mij bij, haar bitterheid
heb ik in veel gepeinzen overdacht.

Ontwakend, heb ik mij verbaasd, hoe wreed
de ziel onwetend in zichzelven snijdt
en 't eigen teder weefsel diep ontleedt.

1889

Schrijver: Frederik van Eeden
Inzender: J.R., 22 september 2002


Geplaatst in de categorie: verdriet

2.0 met 17 stemmen aantal keer bekeken 3.085

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)