inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1865-1925

poëzie (nr. 122):

Mijmerij

Wanneer ik overdenk, hoe minzaam
Haar stralend oog in 't mijne zag,
Hoe vriend'lijk hare woorden waren
En hoe bekoorlijk hare lach,

Dan bonst mijn hart en vreugde komt er
En trots in mijn bewogen geest,
Dat ze eens haar gunst mij heeft geschonken
En mij genegen is geweest.

En als ik aan 't geluk durf vragen,
Dat eens de dag verschijnen mocht,
Waarop hare armen mij omhelsden,
Waarop haar mond de mijne zocht,

O God! dan kan ik niet beseffen
De zaligheid van zulk een lot,
En mij besluipt een stil vermoeden,
Dat ik moet sterven van genot!

Vroege Gedichten

Schrijver: J.H. Leopold
Inzender: L.H.J., 1 oktober 2002


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 22 stemmen aantal keer bekeken 2.995

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)