En golvend in mijn Brahman, diep en koel
En golvend in mijn Brahman, diep en koel,
Zal 'k naar Zijn wet ons beider glorie eren,
En, noctiluca, vroom fosforesceren
Met vonken kunst en eeuwigheidsgevoel;
En slaat smartelijk mij Zijn golfgewoel,
Ik weet: de schok zal zich tot vlam verkeren;
Tot trots in Brahman zal dat vuur verteren,
Wat bleef van angst om Noodzaak zonder Doel.
Want toen ik kind was, hoopte ik eens te komen
Met die ik liefhad, waar God al Zijn vromen
Wijs richtend bracht, en 't Zondag was, altijd:
'T verand'ringloze in Brahman's Zelfbeschouwing,
Stille getuige van Zijn eeuw'ge ontvouwing,
Wordt hier beleefd in onuitspreekbaarheid.
-------------------------------------------------------------------------------------
dit sonnet is het 16e en laatste sonnet in de cyclus: Bevrijding
Brahman, deel I, pag. 68(1919)
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: Redactie, 30 juni 2022
Geplaatst in de categorie: vrijheid