Laatste aanblik
Nu voort! Ik zag haar weer, maar om te ontdekken,
Dat weerzien zien is, wat ik altijd zie.
Lang bleef aan haar de blik gekluisterd, die
Ten elke tijde rust op hare trekken:
Steeds toeft zij, waar ik ben: nooit is er, wie
Een liefde, minder hoog, in 't hart kon wekken,
Dat, in die gloed gelouterd van zijn vlekken,
Vereend met schoonheid, werd tot poëzie.
Mathilde, o, mijn Mathilde! nimmer zult
Gij, die niet mens meer zijt, u blozend schamen.
En staren op uws dichters blos van schuld:
Gij gloeidet met mijn gloeiend hart tezamen,
Van ú blijft altijd mijn gemoed vervuld:
U zal ik loven onder duizend namen!
Mathilde
Schrijver: Jacques PerkInzender: G.P., 13 december 2002
Geplaatst in de categorie: vrouwen