inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1878- 1929

poëzie (nr. 202):

WAT IS HET GOED AAN ‘T HART...

Wat is het goed aan ‘t hart van zacht verliefd te zijn,
zijn luimen naar een verr' of naeren lach te meten,
en, te elken avond weer het kommer-brood gegeten,
weer blij te mogen rijze' in iedren morgen-schijn,
deed nieuwe liefde-lach het oude leed vergeten.

Ik weet niet wat geluk is; maar uw schoon gelaat
is kalm, en maakt me blijde, en doet mijn leden rillen;
- en 'k lach, gelijk een kind dat door een water waadt,
en, vreemde vreugde in de ogen, aarzelt, in de kille
en ringlend-zilvren vloed die zijne voeten baadt.

Want ik bemin, u, vrouw; en zo mijn dralend schromen
slechts de ogen toe uw tegen-lachen is genaakt:
zo was ik als een kind dat, gerens-blij gekomen
naar glanz'ge vruchten-pracht in lomende avond-bomen,
beducht om zoveel schoons, geen enkle vrucht en raakt.

Schrijver: Karel van de Woestijne
Inzender: NvS, 12 maart 2003


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 36 stemmen aantal keer bekeken 3.954

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)