inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1757 - 1786

poëzie (nr. 220):

HET LENTEWEDER

Schoon, maar los en ongestadig
Is het lieve Lenteweder.
Gistren lachten al de bloempjes,
Al de kruidjes op de velden.

Zachtjes blies het westenwindje
Zijne adem door het lover.
Lieflijk vloeide 't zilv'ren beekje
Langs, met lis bekroonde, zomen.

Alles lachte en alles juichte,
Maar! hoe los en ongestadig
Is het lieve lenteweder!
Hoor nu eens de winden loeien!
Door dat olmenbosje loeien!
Hoe onstuimig is het beekje!

Zie, hoe al die schone bloemen
Op gebogen steeltjes treuren!
- Eveneens gelijk die bloemen
Ging het mij. Ik lachte vrolijk
Toen de blijde zon der Liefde
Mij, van hare trans, verkwikte.

Maar helaas! de zon der Liefde
Zag ik achter dikke wolken,
Dreigende onweerswolken schuilen!

En toen stond ik, als die bloempjes,
Troostloos op het veld te treuren.
Somtijds zag ik wenend opwaarts,
Maar ik zag geen enkel straaltje
Van de schone zon der Liefde,
Door de dikke wolken breken. -

Eerlang zal, o lieve bloemen,
U de Lentezon toelachen,
En dan zult gij weer herleven!

Maar, voor mij zal 't eeuwig stormen!
Nimmer zal de zon der Liefde
Mijn bedrukte ziel beschijnen!

Schrijver: Jacobus Bellamy
Inzender: MvZ, 10 april 2003


Geplaatst in de categorie: verdriet

3.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 2.470

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)