inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 258):

HET ZONNELICHT IS NEERGEDAALD

Het zonnelicht is neergedaald
en ‘t gaat bij andere lieden,
verwacht en welkom-weer onthaald,
de dag hun doen geschieden.

Het morgent daar, het avondt hier,
en wonderschone verven
zie ‘k wentelen in het westervier,
en stille, stille sterven.

‘t Was rood eerst, helder peers weldra;
en, blauw- en blauwerwendig,
door al de hemelen heerst daarna
één duisterzijn bestendig.

Noch nacht en is ‘t noch dag: het vier
der zonne is schaars geweken,
of, helpzaam wordt de keerse hier,
daar de avondzonne ontsteken.

Het pinkoogt, of ‘t een meisken waar'
dat wenen wilt, van verre,
nu zuid, nu noord, nu hier, nu daar
een' nieuwgeboren sterre.

Dan, waar ik sta, zie ‘k, om end om,
Gods legerwachten waken;
en, in dieneindloos wijde kom,
al ‘s hemels diepten blaken.

Hoe bang ben ik! ‘k En durf bijkans
mijne ogen niet betrouwen,
o Here, op uwe sterrenglans:
hoe zal ik U aanschouwen?

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: JM, 8 juni 2003


Geplaatst in de categorie: religie

4.0 met 18 stemmen aantal keer bekeken 2.523

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)