inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 255):

Tussen golven en sterren, vreemd aan de aard

Tussen golven en sterren, vreemd aan de aard,
Zeilt de albatros zijn wijdgewiekte vlucht,
En dubb'le oneindigheid van nacht en lucht
Orakelt rond zijn eenzaam trotse vaart.

Hem, diep vertrouwd met storm en sterren, spaart
De wijze zeeman; de ander is een klucht
Zijn neergeruiste hoogheid, dat tot vlucht
Hij sart, die hem van de ondergang bewaart.

Mijn liefde, groot van storm en sterrelicht,
Streek uit de rand van 't eindige op je neer;

Jouw zeilenpracht, door weif'lend roer gericht,
Vlindert naar helle nacht van bliksemweer.

Jou redt, breekt eens 't verblind gewilde los,
Niet weggeschrikt, jouw mystische albatros.

Brahman, deel I, p. 225(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: JM, 9 juni 2003


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 1.659

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)