inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 273):

Door blauwe gaatjes valt uit beukenbogen

Door blauwe gaatjes valt uit beukenbogen
Op dood blad spikk'ling van roodkop'ren vlekken;
Als soms, schuivend, ze elkaar schimmig bedekken,
Is 't, of ze levend uit zich zelf bewogen.

Ritselend komt een vlinder aangevlogen
En weifelt rond rondom de lichte plekken;
Hij zit; en nu zijn vleugels plat zich strekken,
Staart in de zon de pauwglans van vier ogen.

Stille magie sprenkelend op 't verleden,
Komt, uit onzichtbare oorsprong aangegleden,
Vreemd licht mijn schemering in vlammen zetten.

De psyche van mijn ziel met jong geflonker
Waagt zich, weifelend blij, uit 't oude donker,
En vangt symmetrisch 't licht in vier coupletten.

Brahman, deel I, p. 240(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: Johan Mostertman, 29 juni 2003


Geplaatst in de categorie: tijd

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 1.178

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)