inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1689-1733

poëzie (nr. 301):

OP DE DOOD VAN MIJN DOCHTERTJE

JAKOBA trad met tegenzin
Ter snode wereld in;
En heeft zich aan het end geschreid,
In hare onnozelheid.
Zij was hier nauw verschenen,
Of ging, wel graag, weer henen.

De moeder kuste 't lieve wicht
Voor 't levenloos gezicht,
En riep het zieltje nog terug:
Maar dat, te snel en vlug,
Was nu al opgevaren
Bij Gods verheugde scharen.

Daar lacht en speelt het nu zo schoon,
Rondom de hoogste troon;
En spreidt de wiekjes luchtig uit,
Door wee noch smart gestuit.
O bloem van dertien dagen,
Uw heil verbiedt ons 't klagen.

snode - boze
onnozelheid - onschuld
scharen - groepjes engelen
wiekjes - vleugeltjes

Schrijver: Hubert Poot
Inzender: Redactie, 21 augustus 2003


Geplaatst in de categorie: overlijden

3.0 met 33 stemmen aantal keer bekeken 3.621

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)