inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1814 - 1903

poëzie (nr. 4.493):

VERLEIDING

Waar Verleiding u nadert met vleitaal en zang,
Met oneerbaar blanketsel op voorhoofd en wang;
En, in dartel vertoon en bedwelmende praal,
U verlokt met de honig der strokendste taal:
O! daar kan haar de deugd van de sterke weerstaan,
Daar de blooheid des zwakke nog vluchtend ontgaan,
En, de hartstocht moog branden in ’t snelbruisend bloed,
Nog kan reden gebieden; de deugd blijft behoed!

Maar niet zo, waar zij naakt met een traan op de koon,
In de kracht der bekoring van ’t lijdende schoon;
Waar zij vleit noch verlokt, maar zich stort aan uw voet,
En de deernis zich vergt van ’t vertederd gemoed.
Daar bezwijkt ook de vroedste, ook de vroomste, eer hij ’t weet,
En hij valt haar in de armen, tot zonde gereed;
En nog droomt hij van deugd, aan de boezem der schuld,
Tot verwijt hem komt wekken, berouw hem vervult.

O, heb deernis met hem, die onwillig dus viel,
En veroordeel zijn zwakheid noch vonnis zijn ziel;
Want misschien is hij beter en eedler dan gij,
Die geen proef te doorstaan hadt, zo schriklijk als hij.
Ja, doorzoek u het harte en beproef uw bestaan,
En denk na hoe het u in zijn plaats waar vergaan.
En verbid een verzoeking, de zwaarste van alle,
Die zo listig verlokt, en zo zeker doet vallen.

Schrijver: Nicolaas Beets
Inzender: Redactie, 7 januari 2022


Geplaatst in de categorie: moraal

3.9 met 25 stemmen aantal keer bekeken 5.204

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)