inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1919

poëzie (nr. 334):

't Is zomer, zondagmorgen, een toneel

'T is zomer; Zondagmorgen. Een toneel
Zie 'k plots'ling voor me uit verre jongensjaren:
Ik lig in 't gras; er liggen rozeblaren
Overal om me, roze en wit en geel;

Mijn moeder speelt piano, 't laatste deel
Van Gounod's Faust. En 't leek op eens, als waren
Aan 't trillen ergens in mij zelf de snaren,
En 't bonsde door mijn borst tot aan mijn keel.

En 'k huilde en huilde, tot mijn moeder kwam,
En me aaide en kuste en me in haar armen nam,
En 'k gaf, gelukkig, haar de liefste naam. -

'K zie rozen. Ik word grijs. De herinnering
Voel 'k trillen in mijn keel, en 't is me, als zing
Ik stil: Anges des cieux, portez mon âme.

Brahman deel II, p. 339(1919)

Schrijver: J.A. dèr Mouw
Inzender: JM, 8 oktober 2003


Geplaatst in de categorie: tijd

3.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 2.092

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)