inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 360):

O VRIEND WAT SCHAADT

o Vriend, wat schaadt of baat het ons
der mensen lof- en laakgegons,
die klederdracht, die spreekmanier,
die raad en daad bespotten hier,
van vreemden, die zo snel voorbij-
en weggaan; of, wat konnen zij?
Wij voeren immers vreemde taal
en andere zeden altemaal
als zij, die, langs de wereldbaan,
hun eigen blijde wandel gaan.
Wat schilt het ons? - Wij varen voort,
en nauwelijks is hun vloek gehoord,
of hoger ende verder dan
ooit spotters tale reken kan,
daar staan wij! o Wat raakt het en
wat schilt het mij, die priester ben,
dat ongedierte, redenloos,
het voetspoor te bekruipen koos,
en nijdig te bezeveren, die ‘t
voorbijgaan van mijn stap hun liet!
Vooruit, en niet eens omgezien,
wat dat men durve of niet, of wien
ik mij zie mede- of tegenstaan,
van hun die ‘k al heb welgedaan!
Vooruit! Mijn liefde, werk en zweet,
het leven dat ik om hen sleet
ten schuldbrieve op hun hert geleid,
weegt meer als hunne ondankbaarheid!

Gedichten, Gezangen , Gebeden

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: K.S., 22 november 2003


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 2.948

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)