inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 366):

EN DURFT GIJ MIJ

En durft gij mij van dichten spreken,
die nimmer zijt in staat
twee reken*
te rijmen dat het gaat!

Het dichten is van God gegeven,
maar niet aan elk ende een
in ‘t leven;
de kunste is niet gemeen*.

Laat bloeien al die roos mag wezen,
spruit helder, zijt gij bron*;
maar dezen
die* ton zijn blijven ton!

De miere en zal geen peerd heur* wensen,
de krieke geen radijs;
de mensen
alleen zijn niet zo wijs.

Zo, elk ende een het zijn! Soldaten
het buskruid, zo ‘t behoort,
gelaten,
en Dichteren het woord!


-----------------------------------------------------------

twee reken: twee regels
is niet gemeen: is geen gemeenschappelijk bezit
zijt gij bron: indien gij bron zijt
dezen die: zij die
heur: zich

kritiek op een criticus van 'Gedichten, Gezangen en Gebeden' (1862)

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: P.E., 15 december 2003


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 3.448

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)