inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 397):

RUWRIJM

Het ruwrijmt, het brimmelt,
en ‘s winters geweld
heeft varings al ‘t hout in
zijn schoonheid hersteld.

Het stond daar en treuren,
van alles ontbloot;
vol deernisse, och arme, en
een beeld van de dood!

Nog maanden en dagen
zal ‘t lijen eer ‘t alom
weer licht is en leven,
en blad hier, en blom.

"‘t En zal," zei de Winter,
"‘t en zal," en zo zaan
is houtwaards hij ijskoud
aan ‘t asemen gegaan.

Het hout wordt te bloeien
en ‘t blinkt, zo medeen,
vol heerlijke blommen,
vol edel gesteen.

Geen takske, geen tuitje,
geen spinnekopnet,
of dikke is ‘t met baarden
en borstels bezet.

Met baarden en borstels,
zo licht en zo snel,
‘t en groeit op geen lammeren
zulk witwollig vel.

‘t En zwemmen geen zwanen
zo helder van vacht,
als ‘t hout daar de ruwrijm
op rustte enen nacht.

Met elsens van ijs al
hun toppen getooid,
gescherpt staan de hulsten,
veel schoonder als ooit.

Zijn boorden beruwrijmd,
is ‘t ijfteblad eer
een blomme als een blad nu,
geen ijfteblad meer.

‘t Gestreuvelde sperhoofd,
wel tien jaar veroud,
en gister nog zwart, is
nu peper en zout.

De stilstaande bomen
zijn, witter als was,
verwenst en veranderd
in bomen van glas.

Vol sprieten van boven,
gevlerkt en gevlugd,
die wijzen, lijk vingers,
omhoge in de lucht.

Besponnen van onder
vol netten, die, fijn,
van ‘t een hout in ‘t ander
gespellewerkt zijn.

Zo vers ligt de ruwrijm,
zo helder, als ooit
viel, vers uit de hemel,
eens manna gestrooid.

Zo lief ligt de ruwrijm
op ‘t gers dat die moet
verzetten, voorzichtig
verzet zijne voet.

Kristalen woestijne,
vol wonderen, vergunt
me ene ure uw genot nog:
och arme, ge en kunt!

De zonne is gerezen,
de wrede, zij velt
omlege al uw schoonheid,
o winters geweld!

De bomen, ze treuren,
van alles ontbloot:
een boodschap, och arme, en
een beeld van de dood!

En dagen en maanden
zal ‘t lijden weerom,
eer ‘t leven en licht is
en blad hier, en blom!


1 mei 1893

---------------------------------------
ruwrijm - rijm of rijp: witte aanslag van ijskristallen
het ruwrijmt - er ligt rijp
het brimmelt - het vriest lichtjes
varings - weldra
stond... en treuren - stond te treuren
‘t en zal - het zal niet waar zijn
zo zaan - meteen
wordt - begint
spinnekopnet - spinneweb
elsens - elzen
hulsten - hulstbomen
schoonder - mooier
ijfteblad - klimopblad
't gestreuvelde sperhoofd - de verward opstaande kruin van de sparren
veroud - verouderd
witter als was - witter dan de schoon gewassen was
gevlugd - gevleugeld
gespellewerkt zijn: als kloskant ineengewerkt
ge en kunt: ge kunt het niet
omleege - naar beneden

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: JM, 29 januari 2004


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 3.002

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)