Zonsondergang
'T is of van de aard recht naar 't Eluzion
Een schipbrug door Giganten is gebouwd.
Neen: 't is een springplank van geelflikk'rend hout;
Ginds ergens hangt, die hier de aanloop begon;
Ik zie duid'lijk, dat 't spits toepuntend goud
Uitsteekt buiten de kromme horizon;
Onzichtbaar naast zijn helle roof, de zon,
Is de Gigant, die vallend vast hem houdt.
Eén ogenblik zie 'k als een kop'ren knop
De al lage kogel, maar 'k doe de ogen dicht,
Verblind, duizelig door zijn rode pracht.
En hij! - Waar 't uitsteekt, ginds, gaf hij zich op,
Om met gegrepenbuit van wereldlicht
Straks ontzaglijk te plonzen in de nacht.
Brahman deel II, pag. 448(1919)
Schrijver: J.A. dèr MouwInzender: JM, 17 april 2004
Geplaatst in de categorie: natuur