inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1585-1618

poëzie (nr. 4.726):

DE DROEVIGE VRIJER

Wat baat mij de drank waar elk vreugd uit zuigt?
En dit lief gezelschap dat nu dus zingt en juicht,
Met blij en zoet gelach?

Als ’t oog hier niet de liefste ziet,
Die ik zo gaarne zag
Speelt gij en danst vrij de lieve lange nacht,
Laat mij mij zelve vermaken met mijn klacht,
Die ’t hart uit droefheid dicht:
Ik zal in mijn smart vrolijk zijn
Of tenminste wat verlicht.

Ach! daar een ander gelukkig zich bevindt,
Nevens degene die hij van harte mint,
Daar zit ik hier alleen:
Diens groot geluk vermeert mijn druk
Met droeve treurigheên.

Niet dat ik iemand zijn voorspoed hier benij,
Maar ik beklaag het wreed geval, dat mij
Dus dompelt in ’t verdriet:
Hierom ben ik niet in mijn schik,
Zo gij hier merk’lijk ziet.

Ga hene speelnoot, verheug de jonge liên,
Ik zal mij zelve van binnen wat bezien,
En dromen van mijn Vrouw.
Al is ‘t bedrog, het zal mij nog
Verkwikken in mijn rouw.

Ga hene, ga hene, wat heb jij nog al praats,
Misschien zal u een ander afwinnen nu de plaats
En ’t meisje ook daar bij:
Ik dank u zeer van al de eer,
Die gij bewijst aan mij.

Helaas Prinsesje! helaas waar zijt gij nu?
Helaas mijn leven! wat ben ik zonder u?
Een schaduw en een schijn,
En geen ding min als die ik ben,
Als ik bij u mag zijn.

Schrijver: Gerbrand Bredero
Inzender: Redactie, 7 september 2022


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 20 stemmen aantal keer bekeken 4.082

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)