inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1877 - 1924

poëzie (nr. 480):

De glimlach

Het was een avond op de heide
En de ganse hei was leeg,
En de dichte witte hemel,
En de heide, en 'k zelve zweeg.

Langs de wolken en de vlakte
Ging de eenzame avondwind,
En de heide, en de hemel,
En mijn eigen hart was blind.

Toen ging plots de hemel open -
En een kleine plek van zon
Dreef de wijde heide over,
Als een dof-goud medaillon.

Wat voor vriendelijke tinten,
Wat voor zachte glans dat had,
Kan ik niet meer overzeggen -
Maar het was een warme schat.

'n Schat van liefde uit ene wereld,
Die daar heel ver achter lag -
Van een ander teerder wereld,
Waarin ik op eenmaal zag.

'n Wereld vol van louter liefde,
Die haar zegen nederliet
Als de glimlach van een moeder,
Die haar eerste kindje ziet.

'n Glimlach over deze wereld,
'n Lach van liefde en van leed,
Als in vage mooie dromen,
Waar geen morgen meer van weet.

Als een droom - die 'k zelve droomde -
Als een lach, die 'k heb gezien -
Ergens in mijn eenzaam leven -
Ergens - in een droom misschien.

En ik heb het nagekeken
Tot de donkre horizon,
En ik heb zolang gezeten
Tot ik niet meer kijken kon.

Eenzame liedjes (1906)

Schrijver: C.S. Adama van Scheltema
Inzender: HvV, 5 juli 2004


Geplaatst in de categorie: natuur

3.5 met 30 stemmen aantal keer bekeken 4.684

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)