inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1877 - 1924

poëzie (nr. 484):

Zomer

Daar ben 'k gekuierd
Door 't zomerland,
Daar rook ik, luierd,
Van alderhand: -

Dat oude gehuchie -
Zo'n boerennest,
Dat lauwe luchie
Van melk en mest;

Dat blomzoet hegje
Vol zacht getier,
Dat wierook-wegje
Van witte vlier;

En 't Hollands weitje,
Dat reukaltaar,
Dat bloeipartijtje
Van allegaar;

En nog zo'n bedje
Van hei en tijm,
Zo'n paars boeketje -
Dat wrijf je fijn!

En ach! zo'n vleugje
Van 't warme woud,
Zo'n hartig teugje
In 't dennenhout! -

Die luchies woeien
Zo in mijn mond,
Tot ik te bloeien
en blozen stond.

Daar groeide' al struiken
Rondom mijn hoed -
Mijn ziel ging ruiken
Van al dat goed!

En 's avonds keek ik
Zo stil en stom -
Ach, toen geleek ik
Een oude blom!

-----------------------

God zag me, en zei me:
'Wat doe jij daar?'
'Och' zei 'k 'kom bij me
En pluk me maar!'

Schrijver: C.S. Adama van Scheltema
Inzender: JM, 11 juli 2004


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 2.508

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)