inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1814 - 1903

poëzie (nr. 496):

ONVERMOGEN

Op eenmaal soms ontwaakt in mij,
Wanneer ik 't minst verwachtte,
Van schoonheid en van poëzy
De wordende gedachte.

Een onbepaalde en zoete lust
Sluipt hart en aadren binnen,
Als werd ik in de droom gekust
Door een der Zanggodinnen.

Er ruisen tonen om mij heen,
En schone vormen zweven
In glanzig nevelwaas dooreen,
Die mij het hart doen beven.

De schoonste wenkt mij in 't verschiet
Om tot haar door te dringen;
Ik strek mijn armen uit -- zij vliedt,
En al mijn snaren springen.

NAJAARSBLADEN(1881)

Schrijver: Nicolaas Beets
Inzender: R.W., 25 juli 2004


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 14 stemmen aantal keer bekeken 2.152

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)