inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1767 - 1840

poëzie (nr. 520):

Op het gezicht van trekkende kraanvogels

Laatst, als ik, op mijn eenzaam pad,
Door Wijnmaands bleke lovers trad,
Zo kwam van ver een vreemd gerucht;
Zo kwam een lange kranenvlucht,
En hield naar 't wijkend avondlicht
Het spitse van heur schaar gericht.

Ontging ze 't volgend oog weldra,
Ze liet me een diep gepeinzen na.
Ik dacht: wat hier omlaag geschiedt,
Des kreunt zich ginds de vogel niet.
Of bergen siddren op hun voet,
Door 't worstlen met de sulfergloed:
Of stromen steigren uit de boord:
De vogel zweeft gelaten voort.

Hem trekt zijn doel, naar 't eind der baan,
Door 't vredig zwerk, staag westwaarts aan.
Hoe lang zijn tocht ook duren mag,
Hij roert de vleugels dag aan dag;
Hij vult de lucht met blij geschal,
Gedenkend, waar hij rusten zal!

Mijn ziel, raap wijsheid uit dit werk:
Streef hoger dan dit aardse perk.
Of, hier beneên, de wereld woel',
Blijf gij gedachtig aan uw doel!
Staar, vrolijk juichend, naar de kust,
Waar aller zorgen woeling rust;
Waar smarte knaaagt, noch twistvuur brandt,
Noch zinbekoring strikken spant!
Mijn ziel - daar is Uw vaderland!

Schrijver: A.C.W. Staring
Inzender: Tamara Busio, 2 september 2004


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 12 stemmen aantal keer bekeken 3.111

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)