inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1877 - 1924

poëzie (nr. 556):

Voorbij

Er ging iets moois voorbij,
Zo aan mijn hoofd voorbij,
Vlak langs mijn hart voorbij -
Ik wist niet wat.

Ik deed mijn venster dicht,
En beî mijn ogen dicht,
En al mijn vingers dicht -
Of ik het had.

Ik keek mijn venster uit,
Zag naar de verte uit,
Hoog naar de hemel uit -
Of het daar stond.

Ik liep naar buiten toe,
Heel naar de verte toe,
Zo naar de hemel toe -
Of ik het vond.

Daar bij de wei daar zong,
Daar door de bomen zong,
Hoog in de hemel zong -
De lente een lied.

Ik zag een kindje gaan,
En nog een beestje gaan,
En nog een meiske gaan -
Dat was het niet.

'k Zocht bij de rozenboom,
Onder de perenboom,
Onder de appelboom -
Ik zag er niets.

Toen ben ik heengegaan,
Ben ik maar weggegaan,
Ben ik naar huis gegaan -
Zo zonder iets.

Ik nam mijn eigen hart,
Keek in mijn grote hart,
Diep in mijn lege hart -
Of het daar lag.

Tot de dag henen was,
totdat het avond was,
Tot het zo donker was -
Dat ik niets zag.

Toen in de schemering,
Dacht 'k in de schemering,
Dat in de schemering -
Iemand mij riep --;

Toen heb ik zacht geschreid,
Heb ik heel stil geschreid,
Heb ik zo lang geschreid -
Totdat ik sliep.

Schrijver: C.S. Adama van Scheltema
Inzender: A.N., 28 oktober 2004


Geplaatst in de categorie: verdriet

2.0 met 43 stemmen aantal keer bekeken 4.125

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
hilde
Datum:
20 januari 2005
Email:
dolfijn_kushotmail.com
echt een ontroerend gedicht met een leuk ritme.
Naam:
joke
Datum:
7 november 2004
Email:
w.huschkahi.nl
Prachtig gedicht, eenvoudig maar doeltreffend en ontroerend. Werd vanmiddag voorgelezen op tv(IKON) door Adelheid Roosen. Geeft naar mijn gevoel een beetje de ongrijpbaarheid van het leven weer...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)