inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1859 - 1938

poëzie (nr. 587):

Gij stápt met tóórnig ópgestreken zeilen

Gij stápt met tóórnig ópgestreken zeilen,
En kuif, parmantig in de hoogte stekend,
Uw toorn tot harde stukjes grofheid brekend,
Die al uw vrienden om hun oren keilen

Als nonchalante en ongalante bijlen... -
O, Schoonheids opperman, gij beukt uitstekend,...
Maar toch, woest slimmertje, die 't al uitrékent,
Rekendet ge óók uit de óórzaak onzer feilen?

Hoor dit: Wij hebben ijzer-sterke magen:
Eens zwaklings ziel moog in zijn roes verstuiven,
Wij rollen voort in dronkene productie;

En dáárom, vriendje, wou ik je éven vragen:
Zoudt ge ook niet zélf een héél klein beetje fuiven,
Was maar uw maag wat steviger van structie?

Verzen (1894)

Schrijver: Willem Kloos
Inzender: JM, 15 december 2004


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 2.122

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)