inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1856 - 1936

poëzie (nr. 612):

De grote hond en de kleine kat

Een grote hond en een kleine kat,
Die zaten op de kamermat;
En de hond die zei: Zeg, scheelt jou wat?
Scheer je weg!

En de kat die zei: Jij bent een hond,
En ik een kat, niet zonder grond;
Hou jij dus nou jouw grote mond:
Scheer je weg!

Scheer je weg: waf, waf! Scheer je weg: sis, sis
Scheer je weg: die is raak! Scheer je weg: die 's nie mis!

Waf waf! Sis sis! Woef woef! Mauw mauw!
En een houw en een beet en een blaf en een grauw:
En de grote hond en de kleine kat,
Die vlogen van de kamermat,
En de keuken in: Zeg, scheelt jullie wat?

En hij trapte op een teen,
En zij beet in een been
Van de meid, die riep: Ga je heen! O mijn been!
Scheer je weg!

En de grote hond en de kleine kat,
Die zaten weer samen op de kamermat,
En ze lachten en praatten: 'Och hemeltje, wat
trapte ik op haar teen!'
'En ik beet in haar been!'
''t Is gek, maar zo 'n mens krijgt ook altijd wat!'

Schrijver: Albert Verwey
Inzender: adm, 11 januari 2005


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 24 stemmen aantal keer bekeken 2.777

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)