inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1863-1923

poëzie (nr. 4.454):

Nachtbloesems VI

Op zee in schomlend schuitje,
Zo rank gelijk een zwaan,
Zou met een schalk-zoet bruidje
Ik willen gaan.

Geen bries, die ook maar even
De zilverspiegel brak;
Hoe zou ons bootje zweven
Op 't glazen vlak!

Hoe zou het golfje kabblen
Met murmelziek gesus!
Hoe spottend zou het babblen
Bij elke kus!

En wen wij minnensmoede
En spelemeiensmat
Naar wal terug ons spoedden,
Zou, o, mijn schat!

Op donzen bloemensponde,
Gespreid in onze kaan,
Met u, mijn bruid, mijn blonde,
Ik sluimren gaan...

Bij 't dobbrend spelevaren
Belonkt door 't sterrenheir,
Gewiegeld op de baren,
Zacht heen en weer,

Alleen, alleen, o lieve!
Alleen en onbespied
Met u de zee te klieven...
Waar' 't weelde niet?

Schrijver: Louis Couperus
Inzender: Redactie, 23 december 2021


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 45 stemmen aantal keer bekeken 8.580

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)