inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1814 - 1903

poëzie (nr. 628):

VERWACHTING

Van der bergen steile wanden
Storten, met luidruchtig klateren,
Met een onverduldig branden,
Met onwederhoudbre val,
Alle Wateren
Zich in ’t dal;
Daarop scheiden
Zich de vloeden
Om de landen door te spoeden;
Daarop spreiden
Zich de stromen
Langs verscheiden
Bed en zomen;
Daarop breken
Honderd beken,
Met een daverend geluid,
Haastig uit;
Zij doorkruisen
Zonder rust
Alle streken,
Iedre kust,
Zij doorbruisen
Alle landen,
Zij bereiken alle stranden,
Zij doorvorsen alle hoeken:
Om de God der aard te zoeken.

En de vlammende Gloed
Treedt, zoras hij ontwaakt,
’t Lage dal, waar hij blaakt,
Met de vurige voet,
En schiet lijnrecht omhoog
Naar de opperste boog;
En zijn hoornige kop,
Immer hoger gestrekt,
Scheurt het wolkenkleed op:
Of hij de Heer van de Hemel ontdekt.

En de Aarde schaart, als stille wachten,
De reuzenbergen op hun post,
Door jaar- noch eeuwkring afgelost,
Wier kruinen ijs en sneeuw bevrachten.
Zij zien op, zij zien uit
Naar het Oost, naar het West, naar het Noord, naar het Zuid,
Bij dagen,
Bij nachten,
Bij stormen, bij stilte, bij bloei, bij verval.
En vragen
’t Heelal,
Of de grote Wereldrechter dan niet eindlijk komen zal!

Gemengde gedichten.

Schrijver: Nicolaas Beets
Inzender: K.S., 11 februari 2005


Geplaatst in de categorie: religie

3.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 3.306

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)