inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1581-1647

poëzie (nr. 4.933):

Zang (Amaril, had ik haar uit uw tuitje)

Amaril, had ik haar uit uw tuitje,
‘k Wed, ik vleugelde het goodje, het guitje,
Dat met zijn brand, met zijn boog, met zijn flitsen,
Land tegen land overeinde kan hitsen
En beroofde de listige stoker
Van zijn trots, zijn geschut en zijn koker.

Of en had ik maar een van die vonken
Die daar laatst in uw kijkertjes blonken,
‘k Plantte ze boven de Minne zijn kaken,
om deze blinde eens ziende te maken:
dat, als immer hij oorlogen wilde,
hij zijn pijlen met kennisse spilde.

Maar gij weet, had ik een van die wensjes,
Dat ik alle mijn lusten allensjes,
Waar gij mij nu om verlegen laat blijven,
Makkelijk weten zou dore te drijven;
En en wilt gij mij geen wapenen gunnen
Die u zelve veroveren kunnen.

tuitje = vlecht
het goodje: de kleine god Eros, Cupido
allensjes = allengs, geleidelijk
En en = En daarom

Schrijver: P.C. Hooft
Inzender: Redactie, 30 maart 2023


Geplaatst in de categorie: erotiek

3.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 3.502

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)