inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1581-1647

poëzie (nr. 647):

Zang (Leonoor, mijn lieve licht)

Leonoor, mijn lieve licht,
Voor uw oog de zonne zwicht
Met haar blonde stralen,
Die gans niet, in mijn gezicht*,
Bij zijn glorie halen.

Vonken, foelie* aan die git*,
Gitjes met uw gouden pit,
Bliksemt niet zoo fellijk
Dat het hart, dat u aanbidt,
Te eenemaal verwellek'.

Lieve Leonoor, gij moordt,
't Harte dat u toebehoort,
Met die lieve lonken,
Zo mij niet een troostig woord
Komt in 't hart geklonken.

Woordjes kunt gij duizend smeên,
Die daar geestig, aardig, heen-
Vliên als minnegoodjes.
Maar tot troost en komt er geen
Uit de ivoren slootjes*.

Houd uw eigen slaaf te râ*.
Zalig kunt ge'm maken dra,
Zoo gij slechts laat slippen
Op zijn bede een gunstig ja
Uit die lieve lippen.

---------------------------
* gezicht = ogen, opinie
* foelie = glans
* git: gitzwarte ogen
* de ivoren slootjes = tanden, slotjes van de mond
* houdt te râ = houd te rade = red

Schrijver: P.C. Hooft
Inzender: Lau Kanen, 13 maart 2005


Geplaatst in de categorie: erotiek

3.0 met 13 stemmen aantal keer bekeken 3.553

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)