inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1898 - 1936

poëzie (nr. 718):

Volkswijze

Mager paardje, jaag maar:
De steppe is eindeloos breed,
De vliegen steken in je flanken,
De stenen je zere hoeven,
Je mag nooit stilstaan en drinken.
En de zon is zo hard en zo heet.

Smal scheepje, vaar maar:
Eindeloos is de zee,
Al trillen je moede masten,
Al heb je te zware lasten,
Toch mag je in geen haven rusten
En aan ‘t eind van de reis moet je ankren,
Ergens ver buiten op de ree.

Arm hartje, klaag maar:
De liefde is eindeloos wreed,
Je krijgt haar niet en haat ze
Of je krijgt haar wel en dan gaat ze
Toch later weer weg en verlaat ze
Het hartje dat haar beminde;
Nooit komt er een eind aan het leed.

Al Dwalend VII Dichterlijke vrijheden

Schrijver: Jan Jacob Slauerhoff
Inzender: JM, 14 juli 2005


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.0 met 9 stemmen aantal keer bekeken 2.080

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)