inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1898 - 1936

poëzie (nr. 740):

TOT MIJN ERFGENAAM

Volg niet de leergang van de filosofen,
Dit leidt tot ledigheid. En godsdienststichters
Zijn loochenaars. Geniet van schone strofen,
Maar schuw het leeg gezelschap van hun dichters.

Waarlijk, al deze lieden zijn gelijk:
Zij kunnen over werelden bevelen,
Bezitten paradijzen en kastelen,
Maar niet op aarde. Stierf één hunner rijk?

Niet dat 'k hun invloed vrees: gij zijt mijn zoon.
Toch konden ze u begoochelen; zij schermen
Met woorden, zij bewijzen: vogelzwermen
Zijn schoner dan een landgoed of een kroon.

Denk niet Gods liefste engel is een vrouw:
Was zij Zijn liefste, Hij zou haar niet zenden.
Zweer haar in dronken nacht geen eeuwge trouw,
Gij zoudt uw eed de andre morgen schenden.

Houd haar niet langer dan zij u behaagt;
Dus tot geen bond geboeid, geen sleur besloten.
Grijp het geluk, en wordt gij weggevaagd,
Dan zij uw laatste zucht: ‘Genoeg genoten.’

Schrijver: Jan Jacob Slauerhoff
Inzender: JM, 6 september 2005


Geplaatst in de categorie: moraal

3.0 met 16 stemmen aantal keer bekeken 2.767

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
willem atsma
Datum:
5 december 2005
Dit = begrijpbaar voor mij als ex-zeeman.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)