Fabrieksrook
Zoals een zuil van rook haar klim in 't steile
Zo groots waant, wijl de lucht haar roerloos draagt,
En van benee haar hitte en arbeid schraagt,
Tot zij het wanklend hoofd verbergt in 't ijle, -
Zo steeg ik statig uit de nauwe laagt'
En stuwde een stoet van donkre drome' uit veile
En zieke ziel, - toen boog 'k het hoofd een wijle,
Waar de eigen geest tol voor de hemel vraagt: -
Ik zie me uit vuur en bloed en zweet geboren,
Mijn ziel zwerft wenend bij het morgengloren,
Een roetvlok duizel ik op wilde wind!
Ai mij! ik weet, ik was een eenzaam kind,
Geen kind in lijde': in weten was ik blind, -
Waar is mij thans een plaats van rust beschoren?
Inzender: Redactie, 7 juni 2022
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid