O wees mij goed
O wees mij goed, gij die mijn vrienden zijt
of simpel mensen, die de mensen mint;
ik ben zo zwak, zo droef, zo lafgezind,
zo zonder veerkracht in de mannenstrijd.
Ik ben als 't arm verlaten zwervend kind,
dat om zijn heengegangen moeder schreit, -
steeds zoekend dat haar stem zijn ziel verblijd' -
en haar niet vinden kan en nimmer vindt.
En 'k weet dat ik haar nimmer vinden zal,
en streef toch voort, met starre kinderzin,
trots menservaring als geen mens geviel.
O wees mij goed in 't luid en ruw geschal
dier mannen, forser in hun mensenmin
dan 't droefstil kreunen van een kinderziel.
Inzender: adm, 4 oktober 2005
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid