inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1830-1899

poëzie (nr. 778):

Mortis imago (een beeld van de dood)

'k Worde elke dag geboren en
ik sterve op elke dag;
de zonne gaat, en 't leven, mij
in vier-en-twintig stonden,
van 't oosten naar het westen, en
een wonderlijk verdrag
houdt alles, dat er in mij is
en buiten mij, gebonden.
Het leven van de mens is als
het leven van de zon,
die op- en af- en ommegaat,
en wandelt, alle dagen,
de weg, die haar gewezen is;
en uit de zelfste bron,
zo putten wij, getween de kracht
om 't leventjen te dragen.

Het leven van de mens gelijkt
de blomme*, die haar zaad
doorborsten* en doorbroken heeft;
een tijdje in de stralen
der schone, lieve zonne bloeit,
en zwanger wordt, en gaat
het leven van heur kinderkens,
gestorven zij*, betalen.

'k Worde elke dag geboren en
ik sterve op elke dag,
maar Iemand heeft gesproken, die 'k
verstaan kon, in mijne oren:
Zijt* zonne Mij, zijt blomme Mij,
en steunt op ons verdrag,
ofschoon gij eenmaal sterven zult,
geen dood en zal u storen.
Daar steunne* ik, hergestorven, her-
geboren, af en aan*,
mijn hope en mijn betrouwen op:
gij, zonne zult verzinken,
en duister als de blommen zijn,
die stierven: eeuwig staan
zal blijven hij, die bouwen wilt
op God, en eeuwig blinken*.

--------------------------------------------

blomme: bloem
doorborsten: met kracht uit het zaad gebroken
gestorven zij: als gevolg daarvan gestorven
zijt: wees
daar steune ik op: op die woorden steun ik
af en aan : beurtelings
blinken: schitteren

Schrijver: Guido Gezelle
Inzender: adm, 30 oktober 2005


Geplaatst in de categorie: religie

3.5 met 16 stemmen aantal keer bekeken 3.344

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)