inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1868 - 1922

poëzie (nr. 795):

Nu is zij wedergekomen

Nu is zij wedergekomen,
Zoals zij vroeger placht,
Met haar donkere ogen vol dromen,
En met haar zonnige lach

Met dat ongenaakbaar hoge,
Dat over haar wezen ligt,
Met die reine gloed in haar ogen,
En dat dwepende aangezicht,

Met die krans van lichte lokken,
Om dat edele, bleke gelaat,
Met de lichtend gouden gordel,
Om het smetteloos witte gewaad.

Haar blijdschap is vervoering,
En grote, stille verlangst,
Haar droefheid een zachte ontroering,
En onbestemde angst.

Wat is er toch in haar stemme,
Dat mij ontroeren doet?
Wat toverklank in haar woorden,
Dat ik haar volgen moet?

Wat is er toch in haar zwijgen,
Dat mijn ziel haar gedachten ontving,
Zodra zij mijn hand had genomen
En aan mijn zijde ging?

In heerlijk vertrouwelijk zwijgen,
Liepen we naast elkaar,
De vogels vergaten hun eigen
Gezangen en hoorden naar haar.

Een leeuwrik, die luisteren wilde,
Daalde van boven neer,
Geen halm, geen blaadje trilde,
Geen windje bewoog zich meer.

De vliegen en kevers en bijen,
Ze staakten allemaal
Hun gonzen, en hoorden in stilte
Naar haar zwijgend verhaal.

En vraagt ge mij, wàt ze vertelde?
Wij spraken te zamen van
De dingen, die men niet uiten,
Maar slechts verzwijgen kan.

Verzen

Schrijver: Jacqueline van der Waals
Inzender: JM, 6 december 2005


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 19 stemmen aantal keer bekeken 4.502

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)